Tekst en patronen

“Jij had je vader of je broer aan de lijn”, zei iemand tegen me. Ik: “Hoezo?” “Nou dat hoor ik aan hoe jij het gesprek afsluit”. Haha, grappig, dacht ik, terwijl ik er verder over nadacht. Deze persoon had gelijk, ik was met mijn broer aan de telefoon. Bijzonder toch, dat je vaak zonder dat je jezelf er van bewust bent, gebruik maakt van patronen/gewoontes.

Gewoontes gebruik je vaak ook in je teksten. Soms prettig, want hierdoor schrijf je in kortere tijd je stukken. Soms ellendig, want zo kunnen je teksten ook heel voorspelbaar worden.

Wil je je lezer boeien? Dan is voorspelbaarheid echt een misser…

Als je dit in je gedachten houdt en je jouw laatst geschreven tekst nog eens bekijkt, is deze dan voorspelbaar of helemaal niet? Ik ben benieuwd.

Naast de patronen/gewoontes die jouw teksten voorspelbaar maken zijn er ook patronen die juist structuur geven aan je tekst. Hierdoor leest je tekst prettiger. Dit zijn de patronen die je toepast op de alinea’s. Ik zal twee veelgebruikte patronen in de volgende alinea’s toelichten.

Bij het “kettingpatroon” ga je bij een volgende zin in de alinea verder over datgene waar je je vorige zin mee eindigde. Zo rijg je de zinnen en alinea’s aan elkaar. (A-B, B-C, C-D)

Voorbeeld: Edwin bestelt een espresso en een stuk Carrot cake bij zijn favoriete koffiebar. Deze koffiebar is zijn favoriet vanwege de fijne sfeer. De sfeer die hem een huiselijk gevoel bezorgd. Een huiselijk gevoel en tegelijkertijd de lekkerste espresso!

Bij het “constante patroon” kom je in elke alinea terug op het eerste onderwerp. (A-B, A-C, A-D) 

Voorbeeld: Edwin bestelt een espresso en een stuk Carrot cake bij zijn favoriete koffiebar. Hij vindt de sfeer hier huiselijk en de espresso in deze koffiebar het lekkerst. Hij geniet van de sfeer en het huiselijk gevoel onder het genot van de lekkerste espresso!

Wanneer je een tekst schrijft hoef je niet vooraf voor een van deze patronen te kiezen, je kunt ze combineren, waardoor je rust in de tekst creëert en voorspelbaarheid vermijdt